dinsdag 8 juni 2010

Verhoudingen Tielse politiek op scherp

De PvdA-fractie, bij monde van Jan Beijer en Nathan Gradisen, hebben in een brief vragen gesteld over uitlatingen van Johan van de Westeringh in een artikel in de Gelderlander eerder deze week. In het bewuste artikel vertelde Van de Westeringh onder andere dat wethouder Vermeulen zich liet leiden door zijn ambtenaren. In een reactie liet wethouder Vermeulen weten niet gelukkig te zijn met het stuk van de Gelderlander.

"Hoor en wederhoor is niet toegepast door de krant. Dat Van de Westeringh woorden een eigen uitleg geeft, verdraait en zelf interpreteert.....ach, het schijnt bij deze soap te horen. Het college zal op een gepast tijdstip met antwoorden komen die zijn gesteld. Leuk is anders, maar een lach kan ik toch niet onderdrukken", zo liet hij StadsTV Tiel weten.

De brief van de PvdA-fractie:

De heer Van de Westeringh had een supermarkt in Zennewijnen. Deze exploitatie was in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied, zoals betrokkene al in maart 1999 schriftelijk is medegedeeld. Zowel de rechtbank als de Raad van State heeft uitgesproken dat de supermarkt hier niet is toegestaan. Er mogen op de locatie in kwestie alleen streekgebonden producten verkocht worden.

Het college heeft daarom besloten de heer Van de Westeringh aan te schrijven om de exploitatie op straffe van verbeurte van een dwangsom te staken. De gemeenteraad heeft het opleggen van een dwangsom uitgesteld, zodat de heer Van de Westeringh de tijd werd gegund om zijn supermarkt te verplaatsen. Hij kreeg daarvoor de tijd tot 1 juni 2010. De heer Van de Westeringh heeft voor 1 juni 2010 geen geschikte locatie gevonden en ook het assortiment niet aangepast.

Op de genoemde datum heeft hij de supermarkt beĆ«indigd. Naar aanleiding van deze kwestie citeerde De Gelderlander op woensdag 2 juni 2010 enkele opmerkingen van de heer Van de Westeringh over de rol van wethouder Vermeulen bij de handhavingsprocedure (‘Bloedend hart bij lege schappen’ en ‘Het verschil tussen een Tielse en Brabantse appel’, De Gelderlander, editie Rivierenland d.d. 2 juni 2010, p. 21 en 25). Hierover stellen wij de volgende vragen:


Herkent u als college het beeld dat de heer Van de Westeringh in deze publicatie van wethouder Vermeulen schetst?

Heeft wethouder Vermeulen een minderheidsstandpunt ingenomen bij de collegebesluiten in het kader van de handhaving bij de heer Van de Westeringh?

In De Gelderlander zegt de heer Van de Westeringh dat wethouder Vermeulen nog wel “wilde”, maar dat het hoofd van de afdeling Bouwen en Milieu geen gezichtsverlies wilde lijden. Klopt de bewering dat wethouder Vermeulen niet, maar het hoofd Bouwen en Milieu wel wilde handhaven?

In hoeverre is wethouder Vermeulen als portefeuillehouder (bestuurlijk) verantwoordelijk voor de uiteindelijke collegebesluiten ten aanzien van handhaving bij de heer Van de Westeringh?

In hoeverre laat wethouder Vermeulen zich hierbij tegen zijn zin in, leiden door zijn ambtenaren? Klopt de constatering van de heer Van de Westeringh dat wethouder Vermeulen “uit zijn vel sprong” toen hij van de heer Van de Westeringh uitleg kreeg over de beperkingen van het begrip ‘streekgebonden producten’?

Zo ja, in hoeverre was wethouder Vermeulen op dat moment op de hoogte van de brieven en besluiten die over de beperkte uitleg van dit begrip vanuit het college naar de heer Van de Westeringh zijn gestuurd? In hoeverre klopt de constatering dat wethouder Vermeulen “z’n ambtenaar moet volgen” en “in de greep” zat van de ambtelijke organisatie c.q. de ambtenaar in kwestie?


(Bron: StadsTVTiel)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten