zondag 27 februari 2011

Dure Objecten

Een parkeerplaats vinden we niets bijzonders, maar het aanleggen van zo’n openbare voorziening is een dure aangelegenheid. Aan de aanleg van een eenvoudige parkeerplaats aan de straat hangt al snel een prijskaartje van € 3.500. Een hoogstandje, bijvoorbeeld een parkeergarage onder de gracht, kost al snel € 75.000 per plaats. Een plaats in een openbare garage onder een kantoor of winkelcentrum
houdt op € 30.000 het midden tussen die extremen. Nog steeds veel geld. Het bedrag dekt niet alleen de circa 12 m² van het parkeervak, maar ook een evenredig deel van de rijbaan en stijgpunten die nodig zijn om dat parkeervak te bereiken, zodat bij elkaar al snel 25 m² nodig is. Bovendien wordt een deel van de constructie en het fundament van de bovenbouw doorbelast in de kosten per parkeerplaats. Een gemeente die zich relatief goedkoop kan financieren is in dit rekenvoorbeeld per parkeerplaats circa € 1.500 per jaar aan rentelasten kwijt. Vervolgens is er het beheer, waaronder onderhoud, personeel, apparatuur, verzekering en energiekosten, dat, afhankelijk van de capaciteit van de te bouwen parkeergarage, gemiddeld genomen circa € 650 per plaats kost. Hier komen nog de eigenarenlasten bij van circa 1,8% van de stichtingskosten: € 540. Een plaats in deze parkeergarage kost de gemeente in dit voorbeeld dus een kleine € 3.000 per jaar, nog afgezien van afschrijvingskosten. Hoe verdient de eigenaar dat terug? Die parkeerplaats is immers niet voortdurend bezet. Het gemiddelde aantal verkochte (kort)parkeerminuten per parkeerplaats in Nederland ligt tussen de 40.000 en 48.000 minuten per jaar. De gemeente in het rekenvoorbeeld dient in dat geval een tarief van 7 cent per minuut (6 cent per minuut excl. BTW) te hanteren om het niveau van break-even te bereiken. Dit terwijl het gemiddelde parkeertarief in Nederland ongeveer 2,5 cent per minuut bedraagt. Zeven cent is de absolute ondergrens voor een kostendekkende exploitatie. We zijn in dit rekenvoorbeeld uitgegaan van vrij zuinige stichtings- en beheerskosten en bescheiden rentelasten. Een exploitant die zijn garage wat ruimer en luxer wil opzetten, en spic en span wil beheren, komt met dit tarief per minuut niet uit. Een private partij zal met pakweg 20% eigen vermogen en een duurdere lening op beduidend hogere inancieringslasten komen, en zal dus een veel hoger bedrag moeten terugverdienen dan de gemeente in het voorbeeld.

(Bron: www.p1.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten